Zo te zeggen: ‘einde’. Op deze manier.
Leegte dwaalt door het huis als elke avond,
geluiden gaan liggen, minder en minder
waren de woorden, steeds minder, maar zo,
precies zo, is het raak. Buiten verdwijnt ervan.
Vogels verdringen zich om weg te raken.
Als betrapte slangen zijn de bitse conclusies.
Niemand laat zijn liefde zo te kijk staan,
niemand behalve iedereen. Liever nog
beklommen we mestvaalten, bezwommen we
de beerput van het doodgewone leven, liever
leden we. Maar het is te laat, en nergens treurnis.